KLIMAATVERSTORING EN WATERCAPTATIEVERBOD 2020 IN SINT-GILLIS WAAS

18 Juni 2020

KLIMAATVERSTORING EN WATERCAPTATIEVERBOD 2020 IN SINT-GILLIS WAAS

Watercaptatieverbod nog nooit zo vroeg in het jaar uitgevaardigd.

KLIMAATVERSTORING EN WATERCAPTATIEVERBOD
2020
IN SINT-GILLIS WAAS


Watercaptatieverbod nog nooit zo vroeg in het jaar uitgevaardigd.


De voorjaarsdroogte was extreem. Nooit eerder sedert de start van de KMI waarnemingen in
1833 waren de maanden april en mei zo droog als in 2020.
De trend volgt helaas de voorspelde scenario’s van de klimaatwetenschappers.
Klimaatverstoring wordt ook in Sint-Gillis een probleem, nu we te maken krijgen met de
vierde droogteperiode in vier opeenvolgende jaren, dit jaar wel extreem vroeg op het jaar.
Nooit eerder werd zo vroeg op het jaar een watercaptatieverbod ingesteld: al op 4 juni 2020
nam de gouverneur het besluit om in de Wase polders (het gebied ten noorden van de E34
snelweg) een watercaptatieverbod in te stellen. Het is niet langer toegestaan om
oppervlaktewater op te pompen uit waterlopen om gewassen te irrigeren en te beregenen.
Het waterpeil in het Saleghem-krekengebied is in enkele weken tijd gevaarlijk laag gezakt.
En de zomer moet nog beginnen.


Wat zijn de risico’s van te lage waterstanden in de polders ?


Uiteraard is het belangrijkste probleem van te lage waterstanden, de verdroging van de
natuurgebieden. Moerasplanten en -dieren zijn kwetsbaar en gaan dood bij te weinig water.
Landbouwgewassen verdrogen ook en er ontstaan risico’s voor winderosie en heuse
zandstormen zoals in het voorjaar van 2020.


Sint-Gillis Waas, 11 mei 2020. Zandstorm in de Rode Moerpolder.

    
Na wekenlange droogte in het voorjaar steekt een heuse zandstorm op bij een stevige schrale noordoostenwind.
(Foto’s Ing. M. Lelie)


Maar er is meer.


Poldergebieden zijn van oudsher de natste gebieden van het land. De bodems zijn er
afgezet door de (Zee)schelde, bij vroegere overstromingen, de laatste nog in de 16e en 17e eeuw.
De kreken die we vandaag nog zien in het landschap zijn vroeger getijdengeulen geweest,
die bij iedere vloed vol zout en brak water stroomden. Dat betekent dat de wat diepere
bodems in de polders nog altijd erg veel zout water bevatten. Polders waren voor de indijking
zoute slikken en schorren, vergelijkbaar met het verdronken Land van Saeftinghe.


Verzilting is een grote bedreiging voor de polderlandbouw.


De meeste landbouwgewassen kunnen niet tegen zout water, en het vee kan al helemaal
niet tegen te zout drinkwater. Gelukkig zit dat zout polderwater vaak wat dieper en ligt er
bovenop een voorraad zoet water. Zoet water is namelijk lichter dan zout water en drijft in de
bodem als het ware boven op dat zoute water. Het zoet water zorgt voor een tegendruk die
vermijdt dat het zoute water omhoog komt, ook al is de opwaartse druk ervan (ook
ondergronds uitgeoefend door de Schelde, zie figuur 1) groot.
Helaas.
Wanneer het zoet water in droge jaren zoals dit jaar 2020 opnieuw, massaal wordt
weggepompt kan het onderliggende zoute water ongehinderd opstijgen. Dat is in de regio
van de Kieldrechtse kreek en ook in Zeewsch-Vlaanderen over de rijksgrens, hier en daar al
het geval. Dat is in de eerste plaats slecht nieuws voor de landbouw want vele gewassen
kunnen geen zout water verdragen. Voor de natuurgebieden valt wat extra zout wel mee.
Vele soorten planten en dieren kunnen wel wat zout hebben, of worden er vervangen door
meer maritieme soorten uit zilte slikken en schorren.



Gewijzigd door Erik ROMBAUT naar https://worldtoday.jouwweb.nl/acacia-water


Oplossingen ?


Het is duidelijk dat we in de wintermaanden veel meer zoet hemelwater moeten gaan
ophouden en stockeren.
Dat gebeurt nu al in de kreken-natuurgebieden. In samenspraak met het Polderbestuur van
het Land van Waas, besloten we al in maart 2020 om de hogere winterpeilen in de
natuurgebieden te handhaven om zo een extra voorraad zoet water te hebben voor de
landbouw. Helaas is die extra opgespaarde voorraad nu al opgebruikt.
Eigenlijk zou in iedere polder een gebied rond waterlopen moeten worden hersteld en
ingericht als overstroombaar moerassig terrein, om daar een buffervoorraad water te kunnen
stockeren voor gebruik in de zomer.
Bovendien zijn er ook dringend opnieuw meer bomen, hagen en houtkanten nodig in de
landbouwgebieden. Ze brengen koelte en schaduw en zorgen voor het breken van de
uitdrogende winden. Anders dan velen denken kunnen bomenrijen, heggen en houtkanten in
tijden van klimaatverstoring de landbouwopbrengsten wel degelijk verhogen. Schaduw wordt
steeds belangrijker. Dat werd helaas bewezen in de zomer van 2019 met
recordtemperaturen tot 40 graden, waardoor sommige gewassen als maïs hier en daar
letterlijk verschroeiden op het veld. Bovendien kunnen landbouwers die hieraan meewerken
via de Vlaamse Landmaatschappij zogenaamde beheersovereenkomsten ‘natuur,
landschap, erosiebestrijding, etc.’ afsluiten en zo een financiële vergoeding bekomen voor
hun inspanningen.


Slotsom:


Kortom, er is dringend veel werk aan de winkel om de landbouwgebieden ook in onze mooie
landelijke gemeente Sint-Gillis Waas aan te passen aan de klimaatverstoring. Want laten we
niet vergeten, als de boeren in problemen komen, komen we allemaal in problemen.


Achtergrondinformatie opgemaakt door:
Erik ROMBAUT en goedgekeurd in het Schepencollege van Sint-Gillis Waas op 15 juni 2020


Voor nog meer informatie kan u terecht bij:

Erik Rombaut

Schepen van Mobiliteit, Waterbeheer, Groenvoorziening en Biodiversiteit
0486 05 26 34, [email protected]